Bijna de helft van de werkgevers probeert de inzet van flexibel personeel veilig te stellen door opdrachten aan te passen, terwijl 43 procent actief probeert zzp'ers in loondienst te nemen. Dit laatste blijkt problematisch: volgens werkgevers weigeren de meeste zzp'ers een vast dienstverband. In totaal heeft driekwart van de werkgevers maatregelen genomen om met de veranderde situatie om te gaan.

Deze maatregelen brengen uitdagingen met zich mee. Zo ervaart 67 procent van de werkgevers dat zzp'ers niet bereid zijn om in dienst te gaan. Daarnaast staat bij een derde van de werkgevers de kwaliteit van de productie of dienstverlening onder druk. Bovendien maakt 45 procent zich zorgen over de verhoogde werkdruk onder het vaste personeel. Een op de vijf werkgevers vreest zelfs dat zij op termijn bepaalde producten of diensten niet meer kunnen leveren.

Ondanks de maatregelen die werkgevers treffen, heerst er nog veel onduidelijkheid over de regelgeving. Meer dan de helft van de werkgevers vindt het overheidsbeleid omtrent de handhaving van de zzp-wetgeving onduidelijk. Slechts een kwart geeft aan goed met de regels uit de voeten te kunnen.

AWVN benadrukt dat de gevolgen van de strengere handhaving groot zijn, maar dat de uiteindelijke impact op de arbeidsmarkt en de economie nog onzeker is. "Als er minder zzp'ers worden ingehuurd, maar die zzp'ers niet in dienst gaan, wat doen ze dan?" vraagt de werkgeversvereniging zich af. AWVN noemt het 'zorgelijk' dat veel werkgevers niet precies weten of een persoon als zzp’er kan werken of per definitie een werknemer moet zijn. Volgens de vereniging ligt hier een uitdaging voor de Belastingdienst om voor meer duidelijkheid te zorgen.

Het onderzoek van AWVN, getiteld 'Inzet zzp in de knel?', werd uitgevoerd onder 242 werkgevers die zzp'ers inhuren of in 2024 hebben ingezet. Volgens AWVN vormen de deelnemende werkgevers een goede afspiegeling van het Nederlandse bedrijfsleven.