De stewardess treedt in 2016 in dienst bij de luchtvaartmaatschappij, zo is te lezen in de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Op 1 april 2023 wordt de stewardess bevorderd tot purser (leidinggevende). Een maand later meldt ze zich ziek bij haar werkgever vanwege een acute medische aandoening, waarvan ze weer een maand later volledig is hersteld. Op een zeker moment vraagt de purser een vrije dag aan om bij de bruiloft van haar oom te kunnen zijn. Eén dag voor de bruiloft wijst de luchtvaartmaatschappij haar verzoek af, omdat de planning het niet zou toelaten. De purser dient nog dezelfde dag twee nieuwe verzoeken in – nu voor het opnemen van een snipperdag – maar deze worden direct afgewezen.
‘s Avonds vraagt ze haar leidinggevende om hulp, maar die laat haar de volgende ochtend – op de dag van de bruiloft dus – weten dat het echt niet mogelijk is om vrij te nemen. In dat geval zal ze zich ziek melden, antwoordt de purser. Haar manager waarschuwt dat een onterechte ziekmelding consequenties heeft, maar die neemt de purser voor lief: na afloop van het telefoongesprek meldt ze zich officieel ziek. De volgende dag meldt ze zich weer beter.
Drie dagen na de bruiloft moet de purser op gesprek komen bij haar werkgever. Ze erkent ze dat ze zich onterecht ziek heeft gemeld: ze mankeerde niets. Daarop geeft de luchtvaartmaatschappij aan dat ze niet meer hoeft te komen werken en ze per direct uit het rooster wordt gehaald. Kort daarna meldt de purser zich opnieuw ziek. Een dag later ontvangt ze officieel bericht van de luchtvaartmaatschappij: er wordt bij een kantonrechter een procedure opgestart om haar arbeidsovereenkomst te ontbinden.
In afwachting van de procedure wordt de purser een aantal keer gezien door de arboverpleegkundige. Die constateert dat de purser kampt met lichamelijke beperkingen, onder meer op het gebied van bukken, tillen en sjouwen. Vanwege haar lage belastbaarheid kan ze nog geen start maken met reïntegreren, stelt de arboverpleegkundige vast.
Toch zet de luchtvaartmaatschappij door: ze verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met de purser te ontbinden vanwege ‘verwijtbaar handelen, dan wel een verstoorde arbeidsverhouding of een combinatie van deze redenen.’ De luchtvaartmaatschappij verwijt de purser dat ze met haar onterechte ziekmelding ‘bewust en weloverwogen het risico heeft genomen dat als er nog meer afmeldingen zouden komen, er vluchten vertraagd of geannuleerd zouden worden, met alle financiële gevolgen vandien.’ Volgens de luchtvaartmaatschappij heeft de purser daarmee niet gehandeld als een goed werknemer. Zeker gezien haar leidinggevende functie neemt de maatschappij haar dat zeer kwalijk. Nu het vertrouwen in de purser dermate beschadigd is, ziet de maatschappij ook geen mogelijkheden om haar op een andere functie te plaatsen.
De purser vecht het ontslag aan door een beroep te doen op het ontslagverbod, dat geldt voor zieke werknemers. Ze voert aan dat ze ten tijde van de bruiloft weliswaar weer volledig aan het werk was, maar zich eigenlijk nog niet goed voelde. Het nieuws dat ze geen vrij kon krijgen voor de bruiloft kon ze, ‘gelet op haar lichamelijke en geestelijke gesteldheid’ niet verwerken, waarna ze zich ‘in een opwelling’ ziek heeft gemeld. Dat was volgens haar weliswaar ‘niet correct’, maar ‘niet zo verwijtbaar’ dat het een reden is om haar te ontslaan. Als dat toch gebeurt, eist ze van de luchtvaartmaatschappij een transitievergoeding en een billijke vergoeding van ruim 60.000 euro. Tijdens de zitting geeft de luchtvaartmaatschappij aan dat ze de transitievergoeding zal betalen, maar verzoekt de de rechter om de billijke vergoeding af te wijzen.
De kantonrechter beslist in het voordeel van de luchtvaartmaatschappij: de purser mag worden ontslagen. De rechter wijkt daarmee af van het ontslagverbod tijdens ziekte. Dat kan doordat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de huidige ziekte van de purser. Immers: een werknemer die niet ziek is, zou ook kunnen worden ontslagen als die zich na geweigerde verlofaanvragen en ondanks een waarschuwing toch onterecht ziek meldt. Het verweer van de purser dat haar onterechte ziekmelding verband houdt met haar huidige psychische klachten, vindt de kantonrechter onvoldoende onderbouwd.
De arbeidsovereenkomst tussen de luchtvaartmaatschappij en de purser zal per 1 december 2023 worden ontbonden. De purser ontvangt daarvoor een transitievergoeding van bijna 9.000 euro. De billijke vergoeding van 60.000 wijst de rechter af.