Volgens Van den Elst kloppen zowel opdrachtgevers als zzp’ers bij zijn leden aan om te kijken of een overstap een optie is. „Het gebeurt nog niet massaal, maar we krijgen er veel vragen over. Ook zien we vaker opdrachten waaronder nadrukkelijk staat ’geen zzp’er’. Bedrijven dekken zich in. En dat doet ook een deel van de zzp’ers. Die kiezen eieren voor hun geld.”
Overigens betekent dit niet dat de detacheringsbedrijven hun omzet zien stijgen. Die is in het derde kwartaal, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, met 6,5% gedaald. Ook weegt de toestroom van zzp’ers voorlopig niet op tegen het aantal gedetacheerden (-11%) dat vertrekt. „Bedrijven bieden flexkrachten eerder een vast contract aan”, aldus Van den Elst. „Maar wij zien kansen voor de detacheringsmarkt volgend jaar, als de fiscus echt gaat handhaven.”
De voorzitter omschrijft de markt als ’onrustig en voorzichtig’. Dat uit zich in korter durende opdrachten en in minder detacheringsovereenkomsten die worden verlengd. Ook duurt het langer voordat gedetacheerden aan hun eerste opdracht beginnen en is de tijd tussen klussen in toegenomen. Toch nemen detacheringsbureaus nog steeds nieuwe mensen aan. Ze proberen personeel aan zich te binden, zodat ze opdrachtgevers geen nee hoeven te verkopen.
Inmiddels heeft 80% van het personeel bij detacheringsbedrijven een contract voor onbepaalde tijd. De rest heeft meestal een jaarcontract. Van den Elst: „Veel jongeren komen via ons de arbeidsmarkt op. Ze willen zich niet meteen aan een bedrijf binden, maar vinden het fijn om van opdracht naar opdracht te gaan om ervaring op te doen.” Ook ervaren personeel kiest vaak voor een detacheerder vanwege de afwisseling en de flexibiliteit.