Aftrekposten spelen een grote rol bij je belastingaangifte en uiteindelijke teruggave. Toch vergeten veel mensen vaak een of meerdere posten af te trekken in. Hierdoor lopen ze onnodig belastingvoordeel mis.

De aangifteperiode staat weer voor de deur. Dit is elk jaar een kans om meer geld terug te krijgen met aftrekposten. We bespreken de posten die het meest over het hoofd worden gezien.

1. Ziektekosten en specifieke zorgkosten

Veel zorgkosten worden niet vergoed door je zorgverzekering, maar je kunt ze mogelijk wél aftrekken bij je belastingaangifte. Dit geldt bijvoorbeeld voor:

• Kosten voor voorgeschreven medicijnen die je zelf betaalt.
• Dieetkosten op doktersvoorschrift; een vast bedrag aftrekbaar, zie de dieetlijst van de Belastingdienst.
• Kosten voor een tandartsbehandeling, fysiotherapie of psycholoog
• Hulpmiddelen zoals steunzolen of aanpassingen aan een auto, prothesen en pacemakers.
• Reiskosten naar een ziekenhuis of specialist, als je hier een lange afstand voor moet afleggen.

Let op: zorgkosten zijn niet volledig aftrekbaar. De Belastingdienst hanteert een drempelbedrag, dat afhankelijk is van je inkomen.

2. Giften aan goede doelen

Doneer je aan een goed doel, dan kun je dit mogelijk aftrekken in je belastingaangifte. Dit geldt alleen als het goede doel een ANBI-status heeft (Algemeen Nut Beogende Instelling).

Er zijn twee soorten giften:

• Eenmalige giften: Hier geldt een drempel van 1% van je inkomen en een maximum van 10%.
• Periodieke giften: Dit zijn donaties die je minimaal vijf jaar achter elkaar doet met een schriftelijke overeenkomst. Deze zijn volledig aftrekbaar, zonder drempel.

Als je aan een cultureel ANBI-doel geeft, krijg je zelfs extra belastingvoordeel: je mag 125% van het gedoneerde bedrag aftrekken.

3. Studiekosten aftrekbaar alleen in één specifiek geval

Sinds 2022 zijn studiekosten niet meer aftrekbaar, omdat het STAP-budget hiervoor in de plaats kwam. Toch is er een uitzondering. Had je vóór 1 juli 2015 studiefinanciering? Dan zijn er twee mogelijkheden:

• Je beurs is omgezet in een lening: je mag alsnog aftrek krijgen voor eerdere studiekosten, tot € 1.693 per jaar (mbo) of € 2.443 (hbo/wo). Dit kan flink schelen in je belastingaangifte.
• Je beurs is omgezet in een gift: je mag niets aftrekken.

4. Reiskosten voor woon-werkverkeer

Veel mensen weten niet dat ze reiskosten voor woon-werkverkeer kunnen aftrekken als ze met het openbaar vervoer reizen. Dit kan alleen als je werkgever geen (volledige) reiskostenvergoeding geeft. Met het bedrag dat je eventueel van je werkgever krijgt, vermindert het bedrag dat je mag aftrekken. Dan gelden nog deze twee voorwaarden:

• Je woont minimaal tien kilometer van je werk
• Je reist minimaal één dag per week of 40 dagen per jaar naar dezelfde werkplek reist

De Belastingdienst heeft een reiskostenvergoeding tabel waarmee je kunt berekenen hoeveel je kunt aftrekken. Het gaat in 2025 om een bedrag van € 0,23 per kilometer.

5. Kosten voor je woning en hypotheekrente

Elk jaar wisselen er honderdduizenden woningen van eigenaar. Voor nieuwe huiseigenaren zijn er verschillende aftrekposten die een flink belastingvoordeel kunnen opleveren. De bekendste is de hypotheekrenteaftrek, maar er zijn meer kosten die je kunt meenemen:

• Kosten voor hypotheekadvies en bemiddeling voor je hypotheekadviseur.
• Notariskosten voor de hypotheekakte.
• Kosten voor NHG (Nationale Hypotheek Garantie) aanvraag.
• Taxatiekosten die nodig waren voor het verkrijgen van een hypotheek.

Let op: het eigenwoningforfait verlaagt je aftrek. Dit is een bedrag dat de Belastingdienst bij je inkomen optelt als je een eigen huis hebt. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning.